Tafelen
Tafelen is niet zo moeilijk als het in eerste instantie lijkt. Het is waar dat je netjes en af en toe snel moet zijn, maar dat leer je gauw genoeg. Je wordt ook niet zonder meer alleen aan een tafeltje gezet met als enige houvast deze instructie. Normaal gesproken doe je het tafelwerk met 2 en soms met 3 personen, afhankelijk van de klasse waarin de wedstrijd gespeeld wordt. In veel gevallen is het tafelen met meerdere personen ook echt nodig. Er zijn dan ook verschillende functies te onderscheiden, te weten:
A. De scorer: De scorer legt het wedstrijdverloop vast. Dit betreft onder andere scores, persoonlijke fouten en time-outs. Met ingang van het seizoen 2017/2018 vindt de registratie plaats in Sportlink via een tablet. In principe is deze vorm van registratie verplicht vanaf januari. Indien de app niet werkt of er geen verbinding met de servers mogelijk is wordt het wedstrijdverloop bijgehouden op een scoresheet. Als je bent ingedeeld om te tafelen maar het nog niet eerder hebt gedaan, is het handig om je even voor te bereiden. Maar wees niet bang, je mede-tafelaars helpen je!
B. De timer Als timer (tijdwaarnemer) ben je verantwoordelijk voor de tijdsaanduiding op het scorebord en het wedstrijdformulier. Tevens houd je de stand en de time-outs op het scorebord bij en bedien je het (tijd)signaal, ook voor aanvang van de wedstrijd en de periodes. Bij wedstrijden op een hoger niveau houd je met een stopwatch de verstreken tijd van een time-out bij.
C. De “24 seconden waarnemer” (alleen rayonniveau) Tijdens wedstrijden mag een team 24 seconden over een aanval doen. Om dit bij te houden is de 24 seconden waarnemer in het leven geroepen. Met een eigen “klok” als hulpmiddel geeft hij aan hoeveel tijd een team nog heeft om een aanval af te ronden. De 24 seconden waarnemer wordt alleen ingezet bij wedstrijden van minimaal rayonniveau.
Bovengenoemde hulpmiddelen zijn altijd in de sporthal aanwezig en moeten ruim voor aanvang van de wedstrijd klaarliggen.
N.B. Tafelaars mogen pas weggaan als de hoofdscheidsrechter dit toestaat.
A. De scorer
Voor de scorer ligt op de wedstrijdtafel de tablet klaar waarop je het wedstrijdverloop gaat bijhouden. Kijk ter voorbereiding deze heldere instructiefilm (met dank aan De Lions uit Zandvoort).
Voor het geval je op papier de wedstrijd moet bijhouden kun je in het instructieboekje voor de wedstrijdtafel vinden hoe je het formulier moet invullen. In de map op de wedstrijdtafel is een voorbeeldsheet aanwezig. Daarop kun je ook zien hoe je het formulier moet invullen.
Bij het tafelen heb je als scorer (schrijver) de beschikking over meerdere hulpmiddelen:
- Je hanteert de “persoonlijke fout aanduidingbordjes” (je geeft een coach aan hoeveel fouten een speler al heeft)
- Je houdt het aantal teamfouten bij en zet de rode vlag (na de 4e fout), wanneer het aantal toegestane teamfouten wordt overschreden, op
- Je houdt bij wie aan de beurt is bij de beurt-om-beurt situaties, wanneer er sprake is van balvast (de pijl)
B. De timer
De timer geeft duidelijk aan de scorer te kennen wanneer de volgende minuut ingaat door dit luid en duidelijk te melden aan de scorer.
De timer geeft ook signalen voor een wissel, een time-out en het einde van de speelhelften en evt. verlengingen (N.B. Lees bij “scorer” wanneer er gewisseld mag worden en wanneer een time-out in werking treedt).
De tijd gaat in:
Bij aanvang van de eerste periode, wanneer de bal bij de sprongbal de hand van de scheidsrechter verlaat
Bij aanvang van de overige periodes, wanneer de bal ter beschikking is van de speler die de inworp neemt.
De klok moet stilstaan bij elk fluitsignaal. De tijd gaat weer in:
- Bij het innemen vanaf de zijlijn: op het moment dat een speler in het veld de bal aanraakt
- Bij de laatste vrije worp die zit: als een veldspeler na het innemen van de bal deze aanraakt
- Bij de laatste vrije worp die niet zit: als een veldspeler de bal aanraakt, nadat hij van de ring afstuitert.
De timer houdt de verstreken tijd voor aanvang van de wedstrijd of de tweede helft bij. Wanneer de ploegen nog 3 minuten in te spelen hebben geeft hij een signaal. Dit wordt herhaald 1 minuut voor aanvang en 30 seconden later. Voor aanvang van de 2e en de 4e periode is dit 30 seconden. (Deze regel is nieuw met ingang van het seizoen 2004-2005.)
De timer houdt ook de verstreken tijd van een time-out bij. Een time-out duurt altijd 1 minuut. Na 45 seconden waarschuwt hij de scheidsrechter. Deze fluit, ten teken dat de wedstrijd verder zal gaan.
- Bij de laatste 2 minuten van de 4e periode wordt de tijd stilgezet, wanneer er een score wordt gemaakt. De tijd wordt dan weer in gang gezet, wanneer de bal door de eerste speler in het veld wordt aangeraakt.
C. De 24 seconden waarnemer
Deze regeling is alleen van toepassing op teams die spelen in een rayonklasse of hoger.
Een team mag ten hoogste 24 seconden over een aanval doen. Als de eerste speler in het veld de bal raakt, drukt de 24 seconden waarnemer de klok in.
Spreek voor de wedstrijd de signalen af met de scheidsrechters en beide teams om verwarring tijdens het spel te voorkomen.
De 24 seconden beginnen opnieuw:
- Bij elke doelpoging, waarbij de bal de ring raakt
- Als de tegenpartij in balbezit komt
- Bij een persoonlijke fout tegen de aanvallende partij op diens verdedigende helft.
- Als de bal opzettelijk met de voet wordt gespeeld door de verdedigende partij op de verdedigende helft van de aanvallende partij.
De klok wordt niet teruggezet als:
- De bal is uitgegaan en de inworp wordt genomen door een speler van de ploeg die in balbezit was, voordat de bal uitging
- De scheidrechters het spel hebben onderbroken om een speler met letsel te beschermen en de ploeg van de betreffende speler de bal mag innemen.
- Er meer dan 14 seconden op de klok staat en de bal opzettelijk met de voet wordt gespeeld door de verdedigende partij op de aanvalshelft van de aanvallende partij.
- Bij een persoonlijke fout tegen de aanvallende partij op de aanvalshelft als er meer dan 14 seconden op de klok staat
De klok wordt teruggezet naar 14 seconden als de 24 seconden-klok op 14 of minder seconden staat bij:
- Bij een persoonlijke fout tegen de aanvallende partij
- Als de bal opzettelijk met de voet wordt gespeeld door de verdedigende partij.
Als gedurende een doelpoging het 24 seconden signaal gaat dan zal het spel doorgaan met een nieuwe 24 seconden als de bal eerst de ring raakt en vervolgens bij een van de twee partijen komt. Wanneer de bal in dat geval de ring niet raakt, dan wordt de bal toegekend aan de verdedigende partij.
Let dus goed op de signalen van de scheidsrechters!
Signalen van de scheidsrechters
Als je achter de tafel zit, is het goed om de tekens die de scheidsrechters aan je doorgeven, te begrijpen. Alle tekens van de scheidsrechters en de officiële basketballregels kun je vinden op de website van de NBB: www.basketball.nl (onder “spelregels/reglementen”).